Werkt langer werken?

0

Houtman Tom

Honderd jaar te laat wordt eindelijk het statutenverschil tussen arbeiders-bedienden opgeheven, omdat we ervan uitgaan dat voor àlle hedendaagse arbeid met het hoofd moet gewerkt worden. Meer nog, twee belangrijke factoren spelen mee: de nood van kennis & innovatie enerzijds en de vergrijzing anderzijds. De noodzaak om ‘mensen langer aan het werk te houden’ klinkt relevant op papier, maar kent in de realiteit haast géén voorstanders; behalve dan bij oude-karren in goed betalende kantoorjobs die alle vooruitgang blokkeren uit angst opzij te zullen worden gezet.


Beter lijkt het om de huidige gelijkschakeling van statuten te laten doorgaan, maar om een opdeling te maken in twee type jobs voor zowel werknemers als voor zelfstandigen:
1.    hoofdzakelijk staande beroepen arbeidsintensieve jobs die ook fysieke gevolgen krijgen bij ouderdom, vb. metser, rechtstaan aan de lopende band, commercieel vertegenwoordiger, leraar, tuinman, verkoopster, enz.
2.    hoofdzakelijk zittende beroepen vb. kraanbediende, machinebediener in een fabriek, boekhouder, schooldirecteur, tuinarchitect, administratief bediende, enz.

Per jaar gewerkt in de eerst categorie, krijgt de werknemer/zelfstandige recht op x-periode ( vb. 3 maanden sneller) recht op een volwaardig pensioen. Op die manier moet iemand met volwaardige carrière in een ‘hoofdzakelijk-staand beroep’ ten laatste rond 50 op pensioen kunnen gaan. Een win-win voor iedereen: hoewel de verloning ondankbaarder is, het werk fysiek onaangenamer is, zal de garantie om op 50 jaar een volwaardig pensioen een heleboel jobs opnieuw aantrekkelijk maken. Anderzijds zullen bedrijven meer geneigd zijn om voltijdse banen aan te bieden, een snellere spoeling krijgen met permanent gemotiveerd personeel dat nochtans jonger is (en dus minder kost). Tegenover het buitenland ( àl die Duitsers en Chinezen, welke geschifte econoom gelooft echt dat wij het verschil zouden kúnnen maken?) kunnen we nooit in ‘kwantiteit’ winnen, maar met een nieuwe opdeling in twee jobtypes: dàn kunnen we écht op ‘kwaliteit’ inzetten.

Voor de hoofdzakelijk-zittende beroepen kunnen we ervan uitgaan, dat – met het oog op de vergrijzing – vandaag de dag heel wat oude-karren absoluut vragende partij zijn om veel langer te mogen blijven doorgaan. Daar zou de minimum-pensioenleeftijd kunnen worden verhoogd tot bijvoorbeeld 68 jaar voor een volwaardig pensioen. Dat zal ervoor zorgen dat hoogopgeleiden niet uit de boot vallen of elkaar vertrappelen bij het binnenkomen op de arbeidsmarkt, maar een grotere doorgroei tijdens de loopbaan haalbaar blijft en bovendien blijft ervaring langer in de bedrijven.
 
Dit idee maakt uit van drie ideeën die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dank om ook de andere twee te lezen: 'Niet omdat jij werkt dat je recht hebt op een gratis poetsvrouw' en 'Gun jonge durvers tijd!'

Deel dit idee: