Een andere aanpak voor mobiliteit loont: Oprichting van een verkeersonderneming op basis van PPS

0

Stephane Jacobs

Een stad of regio functioneert economisch beter als mensen mobiel kunnen zijn. Door te wonen, werken en recreëren ontstaat een optelsom van bewegingen. Die bewegingen genereren vervoersstromen, die door vervoersmiddelen, infrastructuur en knooppunten een weerslag hebben op de openbare ruimte. Zowel voor het verplaatsen van mensen als voor het verplaatsen van goederen is een goede organisatie van mobiliteit binnen de openbare ruimte essentieel.


Onlangs raakte bekend dat Antwerpen en Brussel op nummer 1 en 2 staan op de ranglijst van steden met het ergste fileleed. Geld voor grootschalige infrastructuurprojecten is er niet meer. Diverse onderzoeken tonen aan dat de wensen en het gedrag van reizigers stilaan veranderen, vooral bij de jongere generatie. Het aantal dienstverleners dat inspeelt op deze ontwikkeling neemt snel toe. Werkgevers voorzien immers ook meer reisbudget voor hun werknemers, meer budget dan dat overheden momenteel aan mobiliteit uitgeven. In deze ontwikkelingen zit een belangrijk potentieel, dat versneld aangeboord kan worden.
Literatuurstudies en recente verkennende gesprekken tussen Vlaamse en Nederlandse partijen hebben aangetoond dat ervaringen in Nederland met het anders oplossen van files en het verminderen van hinder, ook toepasbaar zijn op Vlaamse mobiliteitskwesties. Die ervaringen, onder andere opgedaan bij De Verkeersonderneming, zijn bijzonder waardevol bij het formuleren van het mobiliteitsbeleid in Vlaanderen tot 2020. Ze moeten uiteraard vertaald worden naar de Vlaamse context, de mobiliteitscultuur en de bestuurlijke setting.

Een Verkeersonderneming voor innovatie, slagkracht en verbinding
Het programma ‘Beter Benutten in Nederland’ draagt bij tot het oplossen van de meest hardnekkige fileknelpunten, structurele files en hinder veroorzaakt door wegwerkzaamheden. De Verkeersonderneming is in de regio Rotterdam de uitvoerder van dit programma. Het anders organiseren van mobiliteit behoort tot de kern van de uitvoering. Drie principes staan daarbij centraal:
1. Mobiliteitsnetwerken worden onevenwichtig gebruikt: soms is het druk, soms is het eerder rustig, hier staat het vast, daar kan men gewoon doorrijden. Naast bewustwording van de verplaatser, is ook duurzaam handelen van belang. Informatietechnologie en keuzevrijheid zijn basistools om deze situatie te veranderen. De Verkeersonderneming ontwikkelt deze tools.
2. De tijd dat de burger naïef luisterde naar wat de overheid hen voorschreef, is definitief voorbij. Deels omdat de publieke geldstroom opdroogde, deels omdat de burger mondiger is geworden. De participatiemaatschappij werd geboren, creativiteit en ondernemingszin moeten beloond worden. De Verkeersonderneming luistert naar de intrinsieke motivatie van verplaatsers en dienstverleners, en handelt er ook naar.
3. Het aanpakken van files is belangrijk. Nog belangrijker is om bij te dragen aan het functioneren van het stedelijk of regionaal organisme. Dat organisme laat zich beperkt leiden door het bestaan van beleidsvelden. De Verkeersonderneming faciliteert mobiliteitsoplossingen, die waar nodig het beleidsveld Mobiliteit overstijgen.
De Verkeersonderneming is een publiek-private samenwerkingsorganisatie. De overheid wordt er niet vertegenwoordigd door één partij, maar door alle actieve bestuurslagen in de regio en het Havenbedrijf. Koepelorganisaties van werkgevers, transporteurs en verladers vormen de Raad van Advies. Door de gemeenschappelijke behoefte om dringende problemen op te lossen, ontstaan gedragen keuzes op de werkvloer in de plaats van aan bestuurlijke tafels. Het resultaat is een compacte, slagvaardige en daadkrachtige uitvoeringsorganisatie. De Verkeersonderneming heeft niet de ultieme oplossing, maar creëert een vruchtbaar klimaat voor een veelheid aan oplossingen.

Stip op de horizon: een marktplaats voor mobiliteit
Files zijn simpelweg het resultaat van schaarste aan ruimte op de weg. Waar schaarste is, is handel mogelijk. De beperkte ruimte op de weg moet tot meer kunnen leiden dan enkel de vraag naar meer infrastructuur. Het aanbod aan alternatieven bestaat vooral uit oplossingen waar slimme ondernemers hun boterham mee kunnen verdienen. De schaarste aan ruimte op de weg wacht op de oprichting van een marktplaats waar aanbieders van mobiliteitsoplossingen hun diensten verkopen aan consumenten en werkgevers. Een marktplaats waar filedieren hun lot ontlopen door aan te geven hoe een alternatief voor de wagen er voor hen kan uitzien, een marktplaats voor mobiliteit.
Wat kan de Vlaamse overheid doen om een dergelijke marktplaats te creëren?
1. Mobiliteitsdiensten slim aanbesteden, zodat men op een rechtmatige en doelgerichte manier publieke middelen kan inzetten om nieuwe diensten op gang te brengen.
2. Het helpen binden van doelgroepen aan aanbieders van diensten (gebiedsanalyses, campagnes, data, klantgroepen).
3. Het verschaffen van informatie over de status van het netwerk aan de gemeenschap.
4. Het verbinden van beleidsvelden, uit oogpunt van mobiliteit.
5. Het verbinden van ketenpartners in de logistieke sector.

Meerwaarde voor Vlaanderen: samen werken aan een betere mobiliteit
De Vlaamse burger is meer dan welke burger ook toe aan een betere interbestuurlijke samenwerking. Het model van de Verkeersonderneming kan een stap in die richting betekenen, al dan niet als groeimodel. Als men deze vernieuwing in het aansturen van programma’s vervolgens koppelt aan vernieuwing in de vorm van het vermarkten van mobiliteitsdiensten, biedt het tal van kansen:
• Het oplossen van structurele mobiliteitsproblemen, zoals de dagelijkse files op de Brusselse of Antwerpse ring.
• Het verminderen van tijdelijke hinder tijdens wegwerkzaamheden.
• Het aantrekken van investeerders en nieuwe bedrijven, dankzij mobiliteit en bereikbaarheid van Vlaamse kerngebieden en dertien centrumsteden als vestigingsfactor.
Eén plus één plus één is vier. De praktijk net over de grens laat zien dat het met vereende krachten werkt.

Deel dit idee: